woensdag 7 september 2011

Babysitten

Mijn hele leven heb ik altijd al willen babysitten. Het leek me geweldig om een keer verantwoordelijkheid te hebben, om voor iets anders te zorgen dan mijn poppen en knuffels. Ik las ook altijd ‘de babysittersclub’. Dat was een boekenserie over tienermeiden die geld bijverdienden met babysitten en daar een hele goede handel in hadden. Daarbij maakten ze allemaal hele spannende avonturen mee tijdens het babysitten. Het was een soort detective thriller maar dan met baby’s. Ik fantaseerde dat ik ook bij mensen thuis mocht babysitten en dat ik daar dan een geheime kelder vond waar een schatkaart in lag. En dat ik dan met een groep vriendinnen opzoek ging naar die schat.

Helaas heb ik nooit een schatkaart gevonden en tot overmaat van ramp heb ik ook nooit mogen babysitten! Er is niemand die ooit zijn kind aan mij heeft toevertrouwd. Ik begrijp niet hoe dat komt. En als er al iemand in de straat een oppas zocht dan werd mijn oudere broer altijd eerder uitgekozen. Jarenlang heb ik bij mijn ouders gezeurd om een zusje, ik wilde niet meer het jongste meisje zijn. Maar helaas, mijn vader had er na mijn geboorte direct een knoop in gelegd en een leuk Afrikaans kindje adopteren wilden ze ook niet. Ik zou mijn hele jeugd de ‘baby’ blijven waarop ‘gesit’ moest worden.

Vorige week was het eindelijk zover. Ik mocht eindelijk oppassen! Het was dan wel geen baby, maar een puberende labrador, maar toch! Mij werd het vertrouwen gegeven dat ik voor een levend wezen kon zorgen. Dus ik haal de hond op en krijg een plastic tas mee vol met snoepjes, kluiven, hondenkoekjes en voorgeprepareerde zakjes avondeten. (Het avondeten afwegen dat werd nog niet helemaal aan me toevertrouwd)
Ik lok de hond met een snoepje mijn auto in en hij bleef netjes zitten. Tijdens het ritje naar mijn huis toe viel hij zelfs in slaap door het kalmerende getril van de motor. Eenmaal mijn auto geparkeerd moest ik naar mijn flat lopen met hond, handtas en de plastic survivalkit van de hond. Hij bleef maar 1 nachtje bij mij slapen maar hij genoeg eten voor een jaar. Het miezerde buiten dus ik wilde zo snel mogelijk naar binnen. Ik vroeg de hond vriendelijk om een plas te gaan doen, maar deze had meer interesse in het eten van gras. Nou ja, dan niet toch! Met volle handen probeer ik mijn huissleutels uit mijn rechter jaszak te vissen. Als ik eindelijk de sleutel in het slot wil steken scheurt de plastic zak volledig open aan de onderkant. Alle koekjes en snoepjes rollen over de straat en de hond begint meteen gretig vier koekjes naar binnen te werken. ‘Nee!’ roep ik. ‘Zit!’ probeer ik tevergeefs, want een jonge puberende hond laat echt geen overheerlijke koekjes aan zijn neus voorbij gaan. Ik probeer alle koekjes teug te stoppen in de koekjestrommel terwijl ik langzaam in de knoop raak met de hondenlijn. ‘Ga nou zitten!..... Alsjeblieft…..’.

Uitgeput stap ik mijn huiskamer binnen. Voor de hond heb ik een kleedje neergelegd die als mand fungeert. Maar de hond is nog lang niet moe en wil alleen maar spelen. Ik kan echt niet meer, ik wil niet meer! Maar ja, ik wilde zelf graag babysitten. En dit is alleen nog maar een hond. Kun je nagaan hoe het zou zijn als ik voor iemands kind moet gaan zorgen!